Dit werk van antropoloog Rupert Cox en geluidskunstenaar Angus Carlyle onderzoekt de herinneringen van de Okinawaanse eilandbewoner Yogi-san aan zijn ervaringen tijdens het schuilen voor het Amerikaanse marinebombardement van 1945 — de zogeheten ‘tyfoon van staal’.

Het is een wrange en bittere ironie dat juist dit bombardement, dat de Slag om Okinawa inluidde, werd omschreven als een ‘tyfoon van staal’ — een verwijzing naar de woeste winden die jaarlijks over dit kleine eiland razen. Okinawanen uit kustdorpen, zoals Sunabe, waar de Amerikaanse troepen aan land kwamen, zochten bescherming tegen deze mechanische, bijna oerkrachtige vernietiging in een van de vele grotten (gama) die het landschap doorkruisen. Tot op de dag van vandaag vliegen er gevechtsvliegtuigen over Sunabe, afkomstig van de Amerikaanse luchtmachtbasis Kadena. Het is in resonerende ruimten zoals de grot waar hoorbaar wordt hoe oorlogservaringen zich kunnen omzetten in een manier van luisteren naar de omgeving. En hoe de woorden van Yogi-san, vastgelegd als tekst en historisch getuigenis, de ervaringen overbrengen van vele Okinawanen — gevangen tussen de Amerikaanse oorlogen van verleden, heden en toekomst.